In de afgelopen jaren heb ik ervaren dat het thema duurzaamheid door opdrachtgevers en ontwikkelaars in projecten al snel werd vertaald naar een opgave tot vergroening van de bebouwing. Beelden van woontorens met veel beplanting op en aan balkons werd de nieuwe norm. Om de kwaliteit van het groen in het beeld zo goed mogelijk voor te stellen bleek een toenemende vraag naar jonge ambitieuze en verbeeldende landschapsarchitecten. Natuurlijk niet alleen om van gebouwen verticale landschappen te maken; ook om kwalitatieve buitenruimtes te ontwerpen.
De huidige plannen voor steden als Amsterdam, Utrecht en Eindhoven lijkt geïnspireerd op het project Bosco Verticale van architect Stefano Boeri. Zijn indrukwekkende woontorens in het centrum van Milaan hebben de belofte van de eerste visualisaties volledig ingelost. Een diversiteit aan beplanting maakt van de torens unieke biotopen. Het verticale landschap oogt als een projectie van de tuinen van een heus Italiaans Palazzo, waarbij het wonen verscholen gaat achter professioneel geschoren struiken en bomen.
Afgelopen jaar werkte ik aan competities voor de transformatie van de Bijlmer Bajes in Amsterdam en het Healthy Urban Quarter in Utrecht. Daar raakte ik in gesprek met een directeur van Hines, de Amerikaanse ontwikkelaar van Bosco Verticale in Milaan. Hij vertelde mij dat ze flink hebben geïnvesteerd in de betonnen draagconstructie en dat er een kostbaar onderhoudscontract is aangegaan om de beplanting tot in lengte van jaren goed te kunnen onderhouden. Ze deinsden niet terug voor de consequenties die hun groene belofte aan de stad met zich meebracht. Met geld, ambitie en een exploitatieplan realiseerden ze een unieke nieuwe stedelijkheid.
In het concept van Bosco Verticale rust het ontwerp van de gebouwen vooral op de aanwezigheid van de beplanting. Ondanks een fraai patroon van witte, uitkragende balkons zien de gebouwen zelf er somber uit wanneer de bomen hun blad verliezen of, erger nog, wanneer de eigenaren in de toekomst zouden besluiten de balkontuinen te ruimen. Wat dan overblijft zijn luxe woontorens, bekleed met eenvoudige, donkergrijze gevelbeplating. Waartoe zal zo’n scenario leiden in een project als ‘Vertical Forest’ van Stefano Boeri in Utrecht of ‘Nieuw Bergen’ in Eindhoven en ‘The Valley’ in Amsterdam, beide van MVRDV. De beloftes in deze indrukwekkende projecten zijn groot en de hoop op de werkelijke realisatie van de gephotoshopte impressies zijn nog groter.
In Europa zijn verschillende voorbeelden waar groen de hardheid van de (overwegend brutalistische) architectuur tot op de dag van vandaag met succes verzacht. Echter zijn er zo veel meer voorbeelden waar de wil en de behoefte om buitenruimtes van woongebouwen kwalitatief te vergroenen zichtbaar afwezig is. Ik vraag mij dan ook af of we ons met de verleidelijke beelden van de huidige architectuurtrend niet een beetje voor de gek houden.
Nu de ambitie naar stedelijke vergroening toeneemt en talentvolle landschapsarchitecten in opmars zijn, dient zich de kans voor om de groene stad juist te gaan realiseren in de openbare ruimte: in straten, in parken en rondom pleinen. Stedelijke plekken die uitnodigen tot individuele en gezamenlijke activiteiten en die door maat, schaal en beheersbaarheid op de langere termijn een veel grotere impact hebben dan die verwaaide fruitboom op een balkon of de vergeelde pluk helmgras op een grijs dakterras.