Het onderzoek (via The Architects’ Journal, maart 2018) toont aan dat de gemiddelde metselaar tien tot dertig procent meer verdient dan de gemiddelde architect. Onze Engelse vakgenoten vinden dat het volgen van een universitaire opleiding met een tweejarige beroepservaringsperiode én de zwaarte van de rol van de architect in de bouwketen in salaris juist hoger zou moeten worden gewaardeerd.
Toen ik een paar jaar geleden in groep 3 van een basisschool een verhaal over architectuur mocht houden, was de aandacht tijdens de les groot. Veel kinderen waren gefascineerd door de maquette die ik had meegebracht en de beelden van woonhuizen en theaterzalen. Op de vraag wie er allemaal architect wilde worden gingen veel vingers de lucht in. Nadat ik had verteld dat niet alleen de architect een huis tekent, maar het vervolgens ook gebouwd moet worden door timmermannen en metselaars vroeg ik wie van hen zo’n huis ook echt wilde bouwen. Daar bleek beduidend minder animo voor.
Het is precies deze verhouding – zichtbaar in een gewone schoolklas in een gewone wijk in een grote stad in Nederland – die een belangrijke impact zal hebben de komende jaren in de Nederlandse bouw. Aannemers hebben op dit moment te maken met een oververhitte bouwsector; door enorme ontwikkelingen en investeringsvermogen floreert de bouw. Maar de ontwikkelingen worden geremd door het tekort aan vakmensen in allerlei sectoren van de bouwindustrie. Zowel in de uitvoering als in de toeleverende industrie, waar ook flink in de capaciteit is gesnoeid de afgelopen jaren. Dat is natuurlijk voor een belangrijk deel het gevolg van de recente crisis.
Veel bouwvakkers zijn ondertussen als zelfstandige in de bouw actief geworden. Eerst was dit een gedwongen keuze, maar, zoals nu in groten getale te zien is in Engeland, kiezen bouwvakkers er steeds vaker bewust voor om als zzp’er te werken. Dit geeft ze de vrijheid om te kiezen waaraan te werken en tegen welke vergoeding. Ondertussen neemt de schaarste aan vaklieden verder toe door het tekort aan leerlingen in beroepsopleidingen. Schaarste die maar ten dele kan worden ondervangen door de technische ontwikkelingen in productie en uitvoering, zoals metselrobots.
De schaarste aan vaklieden is een fenomeen dat overigens niet alleen in de bouw speelt. Ook andere sectoren hebben moeite om vakkundig, uitvoerend personeel te vinden voor een groeiend aantal vacatures (in de zorg zijn er dit jaar al 130.000 vacatures waar moeilijk mensen voor te vinden zijn).
Het tekort aan leerlingen in het beroepsonderwijs in combinatie met het groeiend aantal zzp’ers leidt er in Engeland toe dat de lonen van de gemiddelde ‘Bricky’ (metselaar) of ‘Plumber’ (loodgieter) tien tot dertig procent hoger liggen dan die van de gemiddelde architect, ondanks het verschil in opleidingsniveau en opleidingsduur. En de huidige trend veronderstelt dat de lonen van vaklieden verder zal gaan stijgen.
De oplossing voor het groeiende tekort aan uitvoerend personeel moet worden gevonden in het basisonderwijs. Door daar meer aandacht te geven aan hoe we onze samenleving vormgeven en eraan bouwen, kunnen ook beroepen als loodgieter, metselaar of timmerman het imago van ‘de architect’ worden aangemeten. Zo kan de interesse bij leerlingen én bij hun ouders worden gewekt voor een carrière als vakman of vakvrouw. De herwaardering van het ambacht in onze maatschappij is noodzakelijk. Om het werk te verzetten, om de bouw betaalbaar te houden en om de aanwas van nieuwe vakwerkers te garanderen. Wen er in ieder geval maar vast aan dat de metselaar op de bouw straks eindelijk echt loon naar werken krijgt!