Vakwerk voor Architectenweb

Zonder debat geen werkelijke vooruitgang

Terwijl ik mijn zomercolumn in gedachten schrijf, loop ik over de toppen van Cairngorms National Park, één van de vele heuvelruggen in de Schotse hooglanden. Ik ben hier met twee vrienden, een Schotse architect en een Londense designmanager. Mannen met enorme ervaring in de wereld van grote projecten en internationale architectenbureaus.

Als we de heuvels op en af lopen gaan de gesprekken over de Grenfell Tower in Londen, die precies een jaar geleden, tijdens onze vorige trip naar Schotland, volledig afbrandde. Ook gaat het over de angst of juist de gelatenheid bij Engelse bureaus over de impact die de Brexit zal hebben op de bouwwereld en over het dreigende vertrek van het hoofdkantoor van Foster+Partners uit Londen. We praten over de ongelijkheid in behandeling, het salaris en de carrièrekansen van mannelijke en vrouwelijke architecten. En over #metoo, een thema dat blijkbaar in grote mate speelt op de Engelse werkvloer en waar nog zo een beerpunt over opengetrokken kan worden. Over het faillissement van Carillion, ’s lands grootste aannemersbedrijf. En natuurlijk over het voor de tweede keer in vier jaar tijd afbranden van de Glasgow School of Art, ontworpen door Charles Rennie Mackintosh, in de nacht voor onze tocht.

Eerder die week vierde ik met m’n nieuwe bureau ons 365 dagen bestaan met een zomers feest in onze nieuwe tuin aan de rand van de TU-wijk in Delft. Ik sprak daar een journalist die zich afvroeg waarom er momenteel toch zo weinig grote thema’s worden bediscussieerd in het Nederlandse architectuurdebat. We spraken over nagenoeg dezelfde onderwerpen als ik dit weekend met mijn vrienden deed. Grote gebeurtenissen, met relevante maatschappelijke impact. Waar architecten hun tanden in kunnen zetten en kunnen proberen de wereld een beetje beter te maken. En dat die thema’s momenteel in Nederland lijken te ontbreken.

Het architectuurdebat in Nederland wordt momenteel eigenlijk door geen enkel groot thema gedomineerd. We praten over circulariteit. Of over het heruitvinden van het platteland als woonbestemming. Maar wat zijn de (esthetische) gevolgen van de noodzaak tot verduurzaming van de bestaande woningvoorraad? Welke impact hebben de veranderingen in het onderwijs op onze steden? Hoe voorkomen we dat de huidige woningbouwproductie in de vier grote steden zal leiden tot een grotere scheiding tussen sociale klassen? Welke impact op de samenleving heeft de drang naar innovaties in de bouw, die leiden tot de ontwikkeling van een bollenvloer of een geprinte brug? Welke impact hebben de gevolgen van de gaswinning op de bebouwde omgeving van het Groningse platteland en op het leven van de Groningers? Het zijn thema’s waaraan architecten een waardevolle bijdrage kunnen leveren en die, zoals al wel af en toe gebeurt in lokale initiatieven door bijvoorbeeld de gemeente Rotterdam, breder ondersteund kunnen worden door samenwerking tussen overheden, onafhankelijke instituten en de markt.

“Wellicht is het zo dat wij Engelsen gebaat zijn bij het leven van tragedie naar tragedie om tot betekenisvolle verandering te komen”, zegt mijn Schotse vriend, wanneer we eindelijk het hoogste punt van een reeks steile heuvels hebben bereikt. Misschien is het zo dat we het in Nederland, ondanks een ingestorte parkeergarage en een provincie vol scheefgezakte woningen, allemaal zo goed voor elkaar hebben dat we ons eigenlijk over niets echt druk hoeven te maken. Dat we gewoon door kunnen gaan met een onbezorgd leven als architect in een maatschappij die draait als een zonnetje en waarin we weer volledig zijn gericht op meer nieuwbouwprojecten in een land waar het woningtekort hoog lijkt en de ontwikkelingsvraag naar kantoorgebouwen weer aan het toenemen is. De harde crisis van 2008 hebben we voorgoed achter ons gelaten en we zijn gewoon verder gegaan waar we in de zomer van 2008 zijn gestopt.

Op het vliegveld van Edinburgh nemen we afscheid van elkaar. Daar concluderen we dat in Nederland momenteel te weinig tragedie (en dus de noodzaak) is om een betekenisvol architectuurdebat te voeren. Wellicht dat het aankomende zomerreces daar verandering in gaat brengen, net zoals dat ook gebeurde in 2008.